zaterdag 7 november 2015

oktober 2015

praatronde 23/10

Astrid: vanwaar komt zand? Wat is zand? Tibo: hele kleine steentjes. Want als je dicht kijkt, lijkt het op een mini-steentjes. Kan dat? Zouden er kleine en grote zandkorrels bestaan? Aimane: het zijn kleine stukjes van schelpjes. Omdat er herkanbare stukjes van schelpen tussen zitten. Yassin denkt dat alle korrels gelijk zijn. Waarom is nat zand harder dan droog zand? Romeo denkt dat het geen kleine steentjes zijn omdat het zacht is om in te stappen. Astrid: zand is zout dat door de zon verkleurd is. Wat is dan zout? Astrid is in een berg geweest, mocht aan de muur likken en dat smaakte zout. Waarom smaakt zeewater zout? Waardoor is zand soms geel? Waarom heeft zand kleuren? Wie heeft zand ontdekt?

       praatronde 20/10
       We bekijken ons filmpje van de kinderrechten.
       
praatronde 19/10
Tibo: Yassin was op Ketnet. Hij mocht mee spelen in een spelletjesprogramma. Sommige kinderen hebben het gezien. Tibo was mee.
Alexander: was zaterdag in Plopsaland.
Farida: gisteren was er brand in onze wijk in een appartement. Er is een oude vrouw gestorven. Agenten hebben mensen uit de woningen ernaast gehaald. Er waren dokters, brandweermannen en agenten.
Hoe kan er brand ontstaan? Kan je het goed zien? Zijn jullie gaan kijken? Makka weet van niets. Waarom was het niet op het nieuws?

        praatronde 16/10
      Yassin: Hoe vliegen astronauten naar de maan? Kan die astronaut er voor kiezen om naar de maan te gaan? Otto: er is een verbinding via het ruimtestation. Adlan: ze hebben een helm en verlaten de raket. Via een touw gaan ze naar de maan. Yassin: er is al een raket geland op de maan. Romeo: er zit een gps in de raket. Yassin: er breken stukken van de raket. Otto: dat is de achterkant van de raket. Hoe kunnen astronauten ademen in hun helm? Astrid: door een buis, verbonden met de raket. Aimane: astronauten hebben een rugzakje met zuurstof.  De zuurstof gaat toch op. Astrid: zoals bij duikers in een fles. Hoe kunnen ze in een raket ademen? Hoe krijgen ze eten als ze in een ruimtepak zitten? Waarom is het een wit pak? In Brussel is er een 
      tentoonstelling "Gateway to Space" over ruimtevaart. Ze loopt nog tot het laatste weekend van de herfstvakantie. Micha kijkt na of we met de klas kunnen gaan.
      De prijs voor ingang en vervoer met trein en metro ligt boven de 20 euro per kind. Dat is te duur. Wie geïnteresseerd is moet het thuis maar eens vragen.

praatronde 13/10/15
Farida: heeft een werkje gemaakt waar de oogjes in kunnen verschuiven en waar je verschillende emoties kunt zien. Ze maakte ook een plattegrond van de klas en een spel met kleuren en vragen. We bespreken het plan van de klas. Hoe kan dit nog beter?
We nemen dit op als levend rekenen. Een groepje zal een plan van de klas maken.

Farida: waarom zijn loombandjes kankerverwekkend bij ons en in China niet? Yassins zus heeft er zo één in haar mond gestoken en ze heeft nu geen kanker. Misschien doen ze daar in China andere producten in? Vanwaar komt het idee dat de loombandjes in China niet kankerverwekkend zijn en bij ons wel? Dat lijkt ons een gekke redenering. Waar worden onze loombandjes gemaakt? Ook in China.
Hoe maken ze elastiekjes? Van rubber, olie, plastiekafval. We maken er een wereldonderzoek van.

praatronde 7/10/15
Xena heeft een salamander mee. Hij was gekwetst. Ze zegt dat zijn pootje er weer zal aangroeien. Hij eet insectenlarven. Arthur: kan die weglopen? Hij blijft mooi zitten. Zo weten we zeker dat het een salamander is. Een salamander is een amfibie, zoals een kikker. Het diertje dat we kennen uit het zuiden en schichtig is en tegen muren opklimt is een hagedis. Dat is een reptiel.

      praatronde 5/10/15
Astrid: Hoe zijn de talen ontstaan? Is hier al een onderzoek over geweest? We twijfelen. Finn (die een dag vrij heeft en op bezoek is): mensen waren eerst samen en gingen in groepjes uit elkaar. Elke groep ontwikkelde zijn eigen taal. Sommige talen horen bij elkaar, zoals Nederlands, Engels en Duits. Amélie: Eerst waren er scholen en dan pas de woorden.
Welke taal spraken oermensen? Daarvoor zelfs al, geluiden en gebaren. Talen ontwikkelen zich nog steeds. Er zijn dialecten. Tibo: er zijn buitenlanders in Gent, die praten raar Nederlands en de Gentenaars doen dat na.
Wat was de eerste taal?
Er is al geprobeerd één taal te maken voor iedereen en waarom is dat mislukt?
Hoe komt het dat er talen zijn verzonnen?
Waarom lijkt de naam van de taal op de naam van het land?
Waarom heeft elk land een andere taal?
Hoe komt het dat je mensen met een andere taal verstaat?

Alexander: er is in de familie een baby geboren en er was een familiefeest. Heeft met zijn neef gespeeld. Het was een babyborrel. Waarom komen families dan bij elkaar? Om elkaar te zien en te babbelen.

      praatronde 28/9/15
Amelie: hoe ontstaat een aardbeving? Arthur: door een vulkaan. Otto: de aardplaten verschuiven. Landen schuiven tegen elkaar.
Wie heeft al eens een echte aardbeving meegemaakt? Xena: Toen ze in Cyrus, Astrid (Engeland en je voelde ze tot hier), Aimane in Antwerpen. Merel: het heeft met lava te maken.
Nihad: vroeger hing alles aan elkaar.
Waar zijn ze het gewoon dat er aardbevingen zijn?
Waarom zijn er in sommige landen harde aardbevingen? Als het in Rusland is, is het dan in gans Rusland?
Astrid: Er komen ook barsten in de grond. Hoe kan dat? Hoe kunnen landen naar elkaar toe gaan? Yassin: Wat is dan een tsunami? Een waterbeving. Nihad: dat heeft iets te maken met de maan.

Romeo: als ik links van de klok sta, lijkt het alsof de wijzers naar achter gaan en als ik rechts sta lijken ze naar voor te gaan. We begrijpen eerst niet goed wat Romeo bedoelt. Dan wel: Als je schuin naar een wijzerklok kijkt dan zie je dat de grote wijzer op een andere plaats staat dan als je er recht op kijkt of vanuit de andere hoek. Dat is omdat er een beetje afstand is tussen de wijzer en de wijzerplaat.
We doen een proefje met enkele kinderen rond viseerlijnen.

      praatronde 25/9/15
      Micha: heeft een krantenartikel mee: slechts 1/5 van de kinderen kunnen hun voedsel koel bewaren op school. Op onze school is dat in orde. Wij leggen onze brooddoos in de bak en die gaat in de koelkast. 1 op 5 betekent dat als onze school in orde is, er vier andere (even grote) scholen zijn waar de kinderen dat niet kunnen. We bespreken waarom we dit belangrijk vinden.

     Alexander: heeft een verkeersongeval gezien. De brandweer was erbij. Romeo vraagt waarom. Misschien zitten de mensen vast. Alexander: ze moeten alles ook opkuisen. Misschien was er olie op de weg. Astrid V. Wat gebeurt er na een ongeval? Merel: de politie komt. Waarom? Astrid omdat de bestuurders misschien ruzie hebben en niet weten wiens fout was. De politie moet het verkeer op die plaats regelen.
     Wie zie je soms nog op de plaats van het ongeval?
     Een ziekenwagen. Dan zijn er gewonden.
     Brandweer.
     Radio en tv krant, als het een ernstig ongeval is.
    
      praatronde 23/9/15
      Astrid V. heeft een heel grote libel mee. Ze is dood en zit in een doosje. We vinden ze gigantisch.
      Steekt een libel? Wat weten we over libellen? Arthur: ze kunnen achteruit vliegen. Tibo: ze vliegen over stinkende riviertjes en steken. Yassin: ze vliegen over vijvers. Het is de naam van een tijdschrift. Ze hangen soms aan elkaar. We willen wel meer te weten komen over de libel.

      Tibo: Waardoor krijgen oude mensen grijs haar? Yassin: mijn papa heeft dat nu al. Romeo: door de stress. Astrid S.: je haar is versleten. Yassin: waarom hebben oude mensen nooit lang haar? Alexander: oma en opa hebben geen grijs haar. 

praatronde 21/9/15
Romeo: als je 's morgens opstaat kan je niet goed tegen licht. Hoe komt dat? Amélie: je slaapt de hele nacht met je ogen dicht, dus dan is het donker. Als je opstaat is het ineens klaar. Ok, maar hoe komt het dat je daar niet tegen kunt? Yassin: in Pairi Daisa mag je niet met een flits fotograferen omdat de dieren daar niet tegen kunnen.
Vanwaar komt dat onaangenaam gevoel? Wat weten we nog over de bouw van het oog vanuit het wereldonderzoek van vorig schooljaar?
Yassin: je ogen zijn verbonden met je hersenen. Welke onderdelen zijn er aan je oog?
Tibo: kent nog de pupil. Er is ook het gekleurde deel van je oog. Ze kennen daar de naam niet meer van.

Alexander: ik moest langer in het ziekenhuis liggen dan mijn zus en ik weet niet waarom. Ik was eerst geboren en ze hebben mij ergens gelegd. Dan pas is mijn zus geboren. Yassin: Je moest achter glas voor enkele dagen. Tibo: Dat heet een couveuse. Dat is een beetje warm en het laat je sneller groeien. Romeo: toen Adam geboren was, mocht die niet meteen naar huis. Het ziekenhuis moest eerst nog vanalles uitleggen aan mama. Astrid V.: je bent te vroeg geboren en dan moet je blijven. Alexander is te vroeg geboren en moest twee dagen blijven. Alexander heeft zijn geboortekaartje bij. We zoeken op het kaartje maar vinden er geen antwoord. Wat staat er soms nog op zo'n kaartje? Astrid S.: het gewicht en de lengte van de baby. Waarom? Bij Heidi zijn ze dat aan het onderzoeken.

Tibo: heeft zijn hamster mee. Waarom geven wij dieren een naam? Merel: de kippen kwamen als ik hen riep. Astrid S; Het is typisch menselijk om een naam te geven. Romeo: honden krijgen een naam omdat ze daar goed op reageren.