De tekst van Amélie is een filosofische tekst.
Filosoferen kan je op jezelf doen. Het is ook handig om het samen te doen. Dat
deden we in onze groep. We filosofeerden over het thema tijd, want daarover gaat Amélies tekst.
Enkele filosofische vragen:
- Bestaat het nu, want dat is onmiddellijk weer weg?
- Bestaat het verleden want dat is weg? Bestaat de toekomst
want die is er nog niet?
- Wat meet je als je tijd meet?
- Bestaat tijd ook als je hem niet meet?
- Hebben dieren een idee van tijd?
- Kan de tijd stilstaan?
- Gaat de tijd voor een dier dat maar drie maanden leeft
sneller?
- Waar is de tijd als je slaapt?
- Waardoor lijkt iets leuks sneller te gaan?
- Hoe zou het zijn om te leven zonder klokken?
Enkele interessante uitspraken van de
kinderen
- Het nu bestaat
niet. Het is zo weer weg.
- Is wat je gezegd hebt, weg?
- Iemand uit het verleden is hier nu nog, want hij is in
onze gedachten. Als iedereen die deze gedachten heeft, ook weg is, dan is die
persoon echt weg.
- Niet als hij iets heeft achtergelaten, en dat is
eigenlijk altijd zo.
- Je kan niet zien of dieren een besef hebben van tijd,
want ze kunnen niet praten. Mijn kat kan niet weten hoe lang ik weg was.
- Olifanten zijn verdrietig om een gestorven lid van hun
kudde. Dat betekent dat ze herinneringen hebben. Herinneringen hebben, wil
zeggen dat je een besef hebt van tijd.
- Elke avond komt dezelfde duif in ons tuinhuis slapen, dus
die herinnert zich dat ze daar woont.
- Vogels hebben een besef door naar ons te kijken. Ze zien
om de 4 minuten een tram passeren en zo beseffen ze tijd. ’s Nachts rijden er
geen trams dus dan moeten ze gaan slapen.
- Als ik 1 minuutje weg ben en dan ziet mijn hond me, dan
doet hij normaal. Als ik langer weg ben, dan is hij superblij. Hij weet dus het
verschil tussen lang en kort weg zijn. Dan beseft hij de tijd.
- Trekvogels moeten de tijd wel goed beseffen.
- Honger hebben is een besef van tijd.
- Kleinere dieren worden sneller moe en gaan sneller
slapen. Moe worden betekent dat je besef hebt van de tijd.
- De tijd lijkt niet altijd even snel te gaan. Als je
geconcentreerd bezig bent, gaat hij sneller. Als je wegdroomt, gaat hij trager.
- Daartegenover staat, als je slaapt en dus niet
geconcentreerd bent, dat de tijd echt snel lijkt te gaan.
- Als je wilt dat iets lang duurt, lijkt het snel gedaan.
Als je wilt dat iets snel gaat, duurt het lang.