Praatronde 29/04
Yassin - vraag ananas
Ik vraag mij af waarom mijn tong piekt als ik ananas eet.
Finn: mijn zus heeft dat ook, ook bij kiwi. dan piekt dat ook. dat komt doordat zij daar allergisch aan is.
Bastiaan: bij mij is dat ook, ik weet ook niet hoe dat komt
Vraag wereldonderzoek: waarom piekt het bij sommige kinderen als ze ananas eten?
Romeo - vraag
Mijn vraag is, blinden hebben vaak een hond. hoe geven ze dan eten aan hun hond als ze blind zijn?
Aliou: ze krijgen hulp van iemand anders!
Yassin: ik denk ook hulp, of misschien gaat de hond terug weg 's avonds.
hij voelt misschien met een stok
Astrid: als ze dat met een stok doen, hoe doen ze dat in de winkel?
Bastiaan: die hond is meestal van die meneer. die hond geeft dingen aan die zot is, bijvoorbeeld als het groen is bij het zebrapad, putten in de weg, ... die hond is echt zot en blaft dan als hij eten wilt.
bij een winkel zullen de blinden wel geholpen worden.
Finn: ik denk dat bastiaan gelijkt heeft. er zijn nog dingen die raar zijn die ze moeten doen.
Astrid: als die hond te snel loopt en die blinde loopt tegen een paal, wat gebeurt er dan?
Yassin: ik heb daarover iets gezien. mensen kregen een brilletje waardoor ze blind waren. en dan konden ze een beetje kijken.
Bastiaan: als één van de zintuigen niet meer werkt, gaan de andere zintuigen beter werken.
bv meer smaak of tast bij blinden of als je blind bent kan je ook veel meer horen.
Finn: ik heb gisteren een mevrouw gezien die kon zien en normaal stappen, maar die had een begeleide hond.
Yassin: ik heb nog nooit iemand gezien met een blindgeleide hond die niet blind is
Finn: het was echt duidelijk zo een hond
Aimane: ik denk dat ze dat eten zelf pakken
Evelyn: hoe zie je aan iemand of die blind is?
Kitana: ogen toe
Finn: ze hebben vaak een bril, loopstok, ...
Yassin: je ziet dat aan de kleur van hun ogen en hoe ze kijken!
Evelyn: hoe zelfstandig zijn blinden?
Bastiaan: als je je hele leven blind bent, leer je hier mee omgaan, ken je de weg in huis, kan je zelfs koken of in de tuin werken. je andere zintuigen werken dan ook beter omdat er één van de zintuigen is uitgeschakeld: je hoort beter, je ruikt beter, je voelt meer, ...
Romeo: ik zou tegen alles lopen moest ik blind zijn
Evelyn: dat is omdat je je er niet bewust van bent.
Evelyn: hebben jullie ooit al een experiment gedaan met blind zijn (bv met blinddoek). hoe heb je dat ervaren?
Arthur: ik kende de weg in mijn huis!
Finn: alles lijkt veel langer en ik dacht steeds 'wanneer ben ik er nu?'
of koetje boe: (met blinddoek op trampoline)
Yassin: als ik een blinddoek om had ging ik op de trap en ik was boven en ik wou nog een trede doen en ik zakte door met mijn voet.
Bastiaan: vroeger op school moesten we met een blinddoek raden wie het was.
Romeo: ik denk dat honden heel goed kunnen ruiken en in een huis ruiken ze de geur en weten ze dat ze thuis.
Yassin: honden hebben minder smaak dan ons en zij kunnen veel beter horen dan ons.
Dit wordt een wereldonderzoek.
woensdag 29 april 2015
dinsdag 28 april 2015
Koningsdag
Praatronde 28/04
Bas - vertellen klimzaal
Ik ben gaan klimmen in de nieuwe klimzaal van Gent, het is echt supergroot! Je kan er bulderklimmen en hoogklimmen. Het was echt zot!
Romeo: ik vind het leuk voor jou. Waar is dat in Gent? (De Watersportbaan)
Manon: je kan ook buiten op een superhoge muur klimmen
Astrid: ik ben daar ook al eens gaan klimmen, maar je hebt er wel klimschoenen voor nodig en ik heb dat niet.
Romeo vraag
Ik vraag me af als je bijvoorbeeld een potlood hebt en je beweegt daar mee dat het lijkt alsof het slap is.
Manon: ik denk dat dat is omdat je ogen dat zo zien
Bas: kijk als je dat potlood hebt (toont het verschil tussen potlood hard en zacht vast hebben)
Finn: ik heb het gevoel dat die vraag al eens gesteld is, ik denk dat dat een soort van gezichtsbedrog is.
Astrid: ik denk dat dat hetzelfde is als mij, zo met de kegeltjes en staafjes van je ogen.
Evelyn toont voorbeelden van optische illusies
Yassin: de paarse golven aan de autostrade lijken soms echte golven.
Manon: ik weet hoe dat komt! Er is asfalt, da hangt op de grond
Evelyn legt uit hoe het komt dat ze het vrouwtje (optische illusie) naar een verschillende kant zien draaien (heeft te maken met activiteit van linker- en rechterhelft van hersenen)
Bas vertelt over de film Lucy waar wordt uitgelegd dat je je hersenen maar voor 10% gebruikt.
Amélie vertellen
Amélie ging naar koningsdag in Nederland. Ze toonde verschillende foto's.
Romeo vraagt zich af waarom er vlaggen moeten hangen.
Bas: weten jullie waarom koningsdag er is?
Finn: wat is koningsdag?
Tibo: komen er ook koningen en koninginnen?
Amélie: ja van Nederland
Evelyn: Waarom is er koningsdag?
wordt dat in België ook gevierd?
Merken jullie dat?
Waarom wordt dat bij ons minder gevierd?
Bas - vertellen klimzaal
Ik ben gaan klimmen in de nieuwe klimzaal van Gent, het is echt supergroot! Je kan er bulderklimmen en hoogklimmen. Het was echt zot!
Romeo: ik vind het leuk voor jou. Waar is dat in Gent? (De Watersportbaan)
Manon: je kan ook buiten op een superhoge muur klimmen
Astrid: ik ben daar ook al eens gaan klimmen, maar je hebt er wel klimschoenen voor nodig en ik heb dat niet.
Romeo vraag
Ik vraag me af als je bijvoorbeeld een potlood hebt en je beweegt daar mee dat het lijkt alsof het slap is.
Manon: ik denk dat dat is omdat je ogen dat zo zien
Bas: kijk als je dat potlood hebt (toont het verschil tussen potlood hard en zacht vast hebben)
Finn: ik heb het gevoel dat die vraag al eens gesteld is, ik denk dat dat een soort van gezichtsbedrog is.
Astrid: ik denk dat dat hetzelfde is als mij, zo met de kegeltjes en staafjes van je ogen.
Evelyn toont voorbeelden van optische illusies
Yassin: de paarse golven aan de autostrade lijken soms echte golven.
Manon: ik weet hoe dat komt! Er is asfalt, da hangt op de grond
Evelyn legt uit hoe het komt dat ze het vrouwtje (optische illusie) naar een verschillende kant zien draaien (heeft te maken met activiteit van linker- en rechterhelft van hersenen)
Bas vertelt over de film Lucy waar wordt uitgelegd dat je je hersenen maar voor 10% gebruikt.
Amélie vertellen
Amélie ging naar koningsdag in Nederland. Ze toonde verschillende foto's.
Romeo vraagt zich af waarom er vlaggen moeten hangen.
Bas: weten jullie waarom koningsdag er is?
Finn: wat is koningsdag?
Tibo: komen er ook koningen en koninginnen?
Amélie: ja van Nederland
Evelyn: Waarom is er koningsdag?
wordt dat in België ook gevierd?
Merken jullie dat?
Waarom wordt dat bij ons minder gevierd?
maandag 27 april 2015
Op reis naar Libië
Praatonde 24 april 2014
Micha stelt strip voor: Kuifje - De Zonnetempel (in functie van zonsverduistering een maand geleden).
Wereldreizigers - Bastiaan, Zay: voorstellen kalender 11.11.11
Weten jullie wat er op de foto staat?
Huizen zonder dak
Het is in Griekenland (Finn)
Het zijn huizen waar je kan zwemmen (Manon)
Huizen met een plat dak (Romeo) Hij komt in de buurt
Een soort terras (Yassin)
Bastiaan: het is een dakterras, dat is een stad in de sahara (de oudste stad ervan)
Die is nu niet meer bewoond. Het huis was heel eenvoudig opgebouwd met 3 verdiepingen; met keuken, werkkamer, slaapkamer en werkkamer vrouw. De vrouwen mochten alleen buitenkomen op zonsondergang en - opgang (zodat ze niet mishandeld kunnen worden).
De stad is nu niet meer bewoond, aangezien de vrouwen maar enkele keren op een bepaald uur mochten buitenkomen.
Er is een jongetje, Bilal, een typische naam daar. Hij is heel goed beschermd tegen zandstormen enzo (door zijn kledij). De kinderen tonen hoe het huis eruit ziet (met een plat dak). Bilal heeft nu onderdak gekregen. Hij kan niet naar school, elke dag is hij een hoeder voor dromedarissen. (ze verkopen die ook). In Ghamades (de stad die niet meer bewoond is) is heel toeristisch dus er zijn wel hotels. In die stad kan je eigenlijk van huis naar huis gaan via de huizen.
De kinderen doen een workshop over de voorstelling. Ze zullen verschillende spelletjes spelen, zoals een pinhata. Zay toont het op de kaart.
Yassin - vraag
Wat is het verschil tussen bacteriën en eencelligen?
Finn: misschien moeten we ons eerst afvragen wat ééncelligen zijn.
Micha haalt er een boek bij waar de vijf rijken in staan (ééncelligen, bacteriën, planten, dieren en zwammen). Wat is een cel? Romeo; gevangenis. Yassin: je hebt bloedcelletjes. Je kan die niet zien met het blote oog. Micha vertelt over het lichaam dat bestaat uit cellen (zoals de eicel en zaadcel, de hersencellen, ... ). Wat zou dan een ééncellige zijn?
Hanne: één cel.
Een levend wezentje dat bestaat uit 1 cel.
Wat is een bacterie?
Bastiaan: je wordt daar ziek van .
Een bacterie bestaat al uit meerdere cellen.
Dat is het eerste verschil tussen ééncelligen en bacteriën.
Regelen
Astrid: er lag zand op de wc-bril
Micha: als jullie boeken hebben uitgelezen van de bib mogen jullie ze in dat doosje leggen. Iemand anders kan het dan ook lezen, maar we moeten dat wel bijhouden.
Finn: er was vroeger een regel om je naam op een post-it te schrijven en dit de plakken in je bib-boeken.
Romeo: we doen een toneelstuk maar kunnen er niet aan werken omdat iedereen te veel werk heeft.
Micha stelt strip voor: Kuifje - De Zonnetempel (in functie van zonsverduistering een maand geleden).
Wereldreizigers - Bastiaan, Zay: voorstellen kalender 11.11.11
Weten jullie wat er op de foto staat?
Huizen zonder dak
Het is in Griekenland (Finn)
Het zijn huizen waar je kan zwemmen (Manon)
Huizen met een plat dak (Romeo) Hij komt in de buurt
Een soort terras (Yassin)
Bastiaan: het is een dakterras, dat is een stad in de sahara (de oudste stad ervan)
Die is nu niet meer bewoond. Het huis was heel eenvoudig opgebouwd met 3 verdiepingen; met keuken, werkkamer, slaapkamer en werkkamer vrouw. De vrouwen mochten alleen buitenkomen op zonsondergang en - opgang (zodat ze niet mishandeld kunnen worden).
De stad is nu niet meer bewoond, aangezien de vrouwen maar enkele keren op een bepaald uur mochten buitenkomen.
Er is een jongetje, Bilal, een typische naam daar. Hij is heel goed beschermd tegen zandstormen enzo (door zijn kledij). De kinderen tonen hoe het huis eruit ziet (met een plat dak). Bilal heeft nu onderdak gekregen. Hij kan niet naar school, elke dag is hij een hoeder voor dromedarissen. (ze verkopen die ook). In Ghamades (de stad die niet meer bewoond is) is heel toeristisch dus er zijn wel hotels. In die stad kan je eigenlijk van huis naar huis gaan via de huizen.
De kinderen doen een workshop over de voorstelling. Ze zullen verschillende spelletjes spelen, zoals een pinhata. Zay toont het op de kaart.
Yassin - vraag
Wat is het verschil tussen bacteriën en eencelligen?
Finn: misschien moeten we ons eerst afvragen wat ééncelligen zijn.
Micha haalt er een boek bij waar de vijf rijken in staan (ééncelligen, bacteriën, planten, dieren en zwammen). Wat is een cel? Romeo; gevangenis. Yassin: je hebt bloedcelletjes. Je kan die niet zien met het blote oog. Micha vertelt over het lichaam dat bestaat uit cellen (zoals de eicel en zaadcel, de hersencellen, ... ). Wat zou dan een ééncellige zijn?
Hanne: één cel.
Een levend wezentje dat bestaat uit 1 cel.
Wat is een bacterie?
Bastiaan: je wordt daar ziek van .
Een bacterie bestaat al uit meerdere cellen.
Dat is het eerste verschil tussen ééncelligen en bacteriën.
Regelen
Astrid: er lag zand op de wc-bril
Micha: als jullie boeken hebben uitgelezen van de bib mogen jullie ze in dat doosje leggen. Iemand anders kan het dan ook lezen, maar we moeten dat wel bijhouden.
Finn: er was vroeger een regel om je naam op een post-it te schrijven en dit de plakken in je bib-boeken.
Romeo: we doen een toneelstuk maar kunnen er niet aan werken omdat iedereen te veel werk heeft.
Hoe maken ze een weg?
Praatronde 27 april 2015
Romeo - Arthur: Ze gaan bij de tramsporen een nieuwe baan maken. er zijn allemaal heuvels keien die ze gaan laten smelten. romeo vraagt zich af of ze hier een uitstap naar konden maken
Astrid: mogen wij daar wel naar kijken? Hoe weten jullie dat?
Finn: En weten jullie waarom ze die gaan smelten? (om de straat te leggen)
Romeo: de mama of papa van arthur heeft gezegd dat ze dat gaan doen.
Arthur: het gaat niet zo lang meer duren voor ze dat gaan smelten.
Micha: jullie willen dus eigenlijk zien hoe ze een baan maken? Nu liggen daar keien en jullie denken dat ze die gaan smelten. We kunnen vanmiddag tijdens werktijd c met heel de klas eens gaan kijken hoe ver ze nu al staan. Om te kijken wat er ligt van materialen, ... Dan kunnen we regelmatig eens gaan kijken om te zien hoe ze het zullen afwerken
Alexander: ik denk dat ik weet hoe ze dat doen. ze doen de die weg weg en dan vernieuwen ze die baan gewoon een keer. Door te werken
Yassin: is dat bij het UZ?
Romeo: als we gaan zwemmen passeren we daar langs de tramsporen
Micha: kitana, jouw papa werkt bij "asfaltwerken", klopt dat?
Kitana: hij is een dakwerker en misschien werkt hij ook in de straten, ik weet het niet
Alexander: Zaterdag was ik naar Heidi haar concert gaan kijken. Daar waren heel veel mensen. Wij konden dan de hele tijd naar Heidi kijken. Het was heel leuk daar.
Astrid: ik ben er ook naartoe geweest, ik was de eerste van de school daar en we mochten helemaal vooraan zitten. een liedje ging over een film (van Starwars) en opeens liep dark father daar rond! en Heidi speelde saxofoon. Wij mochten dan ook met de trommels spelen enzo. Finn: ik vond het ook wel tof. maar ik vind het moeilijk om daarover na te denken in je gedachten. in het echt is het veel zotter en cooler en het leek net zoals in de films.
Micha: ze waren met 50 muzikanten en zaten in een halve kring. hoe zouden zij nu samen met 50 zo'n liedje kunnen spelen? hoe zouden ze dat organiseren?
Astrid: ik denk dat ze een blaadje hebben en daarop moeten kijken en de dirigent toont dan wanneer ze moeten stoppen en spelen. sommige stukjes moeten ze niet spelen.
Micha: hebben alle muzikanten eenzelfde blaadje?
Astrid: nee, iedereen speelt andere noten en ze hebben dus een ander blaadje voor zich
Finn: ze zeiden wie de liedjes maakte en uit welke films ze kwamen. Maar hoe doen die mensen dat? hoe verzinnen ze dat?
Astrid: ze gaan samen in een kring zitten en maken samen een stuk en denken ze samen.
Micha: Finn, jij hebt zelf al 2 liedjes gemaakt op de ipad. hoe heb jij dat gedaan?
Finn: ik heb een instrument genomen en heb ik dan proberen verzinnen. dan nam ik een ander instrument en probeerde ik iets te vinden dat er bij past.
Micha: eerst en vooral bedenken ze een melodietje. dan denken ze na over welke instrumenten ze allemaal willen horen. dan starten ze met één van de instrumenten en schrijven ze uit wat die moet spelen. zo gaan er steeds meer instrumenten bij doen. zo krijgt dat stilletjes aan vorm
Romeo - Arthur: Ze gaan bij de tramsporen een nieuwe baan maken. er zijn allemaal heuvels keien die ze gaan laten smelten. romeo vraagt zich af of ze hier een uitstap naar konden maken
Astrid: mogen wij daar wel naar kijken? Hoe weten jullie dat?
Finn: En weten jullie waarom ze die gaan smelten? (om de straat te leggen)
Romeo: de mama of papa van arthur heeft gezegd dat ze dat gaan doen.
Arthur: het gaat niet zo lang meer duren voor ze dat gaan smelten.
Micha: jullie willen dus eigenlijk zien hoe ze een baan maken? Nu liggen daar keien en jullie denken dat ze die gaan smelten. We kunnen vanmiddag tijdens werktijd c met heel de klas eens gaan kijken hoe ver ze nu al staan. Om te kijken wat er ligt van materialen, ... Dan kunnen we regelmatig eens gaan kijken om te zien hoe ze het zullen afwerken
Alexander: ik denk dat ik weet hoe ze dat doen. ze doen de die weg weg en dan vernieuwen ze die baan gewoon een keer. Door te werken
Yassin: is dat bij het UZ?
Romeo: als we gaan zwemmen passeren we daar langs de tramsporen
Micha: kitana, jouw papa werkt bij "asfaltwerken", klopt dat?
Kitana: hij is een dakwerker en misschien werkt hij ook in de straten, ik weet het niet
Alexander: Zaterdag was ik naar Heidi haar concert gaan kijken. Daar waren heel veel mensen. Wij konden dan de hele tijd naar Heidi kijken. Het was heel leuk daar.
Astrid: ik ben er ook naartoe geweest, ik was de eerste van de school daar en we mochten helemaal vooraan zitten. een liedje ging over een film (van Starwars) en opeens liep dark father daar rond! en Heidi speelde saxofoon. Wij mochten dan ook met de trommels spelen enzo. Finn: ik vond het ook wel tof. maar ik vind het moeilijk om daarover na te denken in je gedachten. in het echt is het veel zotter en cooler en het leek net zoals in de films.
Micha: ze waren met 50 muzikanten en zaten in een halve kring. hoe zouden zij nu samen met 50 zo'n liedje kunnen spelen? hoe zouden ze dat organiseren?
Astrid: ik denk dat ze een blaadje hebben en daarop moeten kijken en de dirigent toont dan wanneer ze moeten stoppen en spelen. sommige stukjes moeten ze niet spelen.
Micha: hebben alle muzikanten eenzelfde blaadje?
Astrid: nee, iedereen speelt andere noten en ze hebben dus een ander blaadje voor zich
Finn: ze zeiden wie de liedjes maakte en uit welke films ze kwamen. Maar hoe doen die mensen dat? hoe verzinnen ze dat?
Astrid: ze gaan samen in een kring zitten en maken samen een stuk en denken ze samen.
Micha: Finn, jij hebt zelf al 2 liedjes gemaakt op de ipad. hoe heb jij dat gedaan?
Finn: ik heb een instrument genomen en heb ik dan proberen verzinnen. dan nam ik een ander instrument en probeerde ik iets te vinden dat er bij past.
Micha: eerst en vooral bedenken ze een melodietje. dan denken ze na over welke instrumenten ze allemaal willen horen. dan starten ze met één van de instrumenten en schrijven ze uit wat die moet spelen. zo gaan er steeds meer instrumenten bij doen. zo krijgt dat stilletjes aan vorm
Abonneren op:
Posts (Atom)