Astrid wil weten hoe de aarde en de ruimte zijn ontstaan. We vinden dit een moeilijk onderwerp. De oudere kinderen weten iets over de oerknal, maar denken dat dit onderwerp te moeilijk is voor ons.
We gaan filosoferen.
Bestaat het niets? We proberen aan niets te denken. Lukt dat? Dario: als je probeert aan niets te denken, denk je al aan iets (Dario). Finn: het kan niet dat niets bestaat, maar toch bestaat het. Al siemand sterft dan is die niet weg, zijn lichaam wordt weer opgenomen door de natuur. Zijn lichaam is weg maar toch ook weer niet. Alles begint door iets. Als een dood lichaam opgenomen wordt door de natuur, eten wij dan overblijfselen op van onze vorgangers? Sanae: na een jaar of 40 zijn ook de botten verdwenen. Waar zijn die dan? Dario: die botten krijgen geen kalk meer dus verzwakken en vallen uiteen. Dat wordt opgenomen door de natuur, dus komt in ons terecht. Wij zijn kannibalen.
Waar is de grens van de ruimte? Astrid naast de ruimte is er niets. Bestaat niets dan toch? Sam: ik denk dat de ruimte nergens stopt. Gek toch, iets dat nooit stopt? Yassin vindt dat mensen het moeten proberen.
