maandag 24 februari 2014

dromen

Het ei: Lindsay: op de verwarming gaat het koken. Finn: als je een ei kookt wordt het wit hard. De beide schaaltjes (op de verwarming - in de koelkast) hebben hard, gekrakeleerd eiwit.

Tibo: waarom droom je over een film die je net hebt gezien. Dario: het zit in je geheugen. Yassin: ik droomde van een enge film die ik net heb gezien. Maar ik droom soms ook als ik geen film heb gezien. Finn: als een film triestig is en niet af dan ga je daarover nadenken. Dan ga je er nadien over dromen. Als je 's morgens naar een film kijkt dan heb je dat niet. Sanae droomde over school en nadien gebeurde het echt.
Waarom dromen we nu? Sam: iedereen heeft fantasie. Daarom dromen we. Dromen dieren dan ook want die hebben toch geen fantasie? Astrid: Waarom lijken dromen zo echt? Finn: je denkt niet na dat je in een droom zit.
Dario: je hebt dromen en je hebt nachtmerries. Dromen zijn herinneringen. Finn heeft het antwoord in zijn boek thuis. Er zijn veel dieren die dromen maar ook die niet dromen. Er zijn ook wensdromen waarover ik echt ga dromen. Iets wat je in het echt hebt meegemaakt, kan ook leiden tot een droom.
Waarom spreken mensen als ze slapen of slaapwandelen ze? Waarom heb je vaak nachtmerries als je ziek bent? Bastiaan: je fantasie slaat dan op hol. Sanae: hebben dromen een betekenis? Wat is dagdromen? Yassin denkt dat zijn poes ook slaapwandelt.